vrijdag 24 februari 2012

Was ik maar een hoen...

Vaak ging ik op zondag met mijn ouders en mijn broers en zusje naar mijn opa en oma. En dan aten we daar een warme lunch. De lunch ging vaak gepaard met veel herrie want de broers van mijn vader zijn nogal luidruchtige types. Maar na de lunch ging mijn opa op zijn schommelstoel zitten en was er stilte. De broers vertrokken of vochten het buiten uit, in elk geval lieten ze mijn opa met rust.

Mijn opa pakte dan zijn pruimtabak. Stopte dat in zijn deels tandeloze mond. Kauwde wat en keek ons aan. "Geef je hand eens," zei hij dan. Wij wisten al wat er zou komen.
"Ik kan toveren, ik kan toveren dat je hand naar peper ruikt..," zei hij vervolgens.
"Ruik maar.."
En dan moest je heel voorzichtig ruiken want je wist dat hij met zijn hand tegen je hand zou slaan en dat deed hij niet voorzichtig. Met een beetje pech liep je de hele middag met een zere neus. Want we waren nooit zo flauw om te zeggen dat we de grap al kenden.
Na die grap, wreef hij over zijn buik, keek ons nog eens aan en zei met een zwaar Nieuwkoops accent
"Was ik maar een hoen, dan had ik niks te doen.
´s Morgens lag ik een ei en ´s middags was ik vrij."
Hij lachte dan en sloot vervolgens zijn ogen.
Zijn middagdutje was begonnen.

Het heeft heel lang geduurd voor ik snapte wat mijn opa bedoelde. Ik vond het altijd maar een vage uitdrukking die ik amper kon verstaan. Mijn broers konden mijn opa heel goed imiteren. En ze vonden zijn uitdrukking geweldig. Maar dat kwam vooral door het accent van mijn opa. Wat voor hen de betekenis was, heb ik nooit gevraagd. Toch is de uitdrukking me dierbaar. Gewoon omdat het de eerste is die ik me kan herinneren uit mijn jeugd. En als multitaskende moeder ben ik de uitdrukking ook gaan waarderen. Ik zou soms ook wel eens gewoon een hoen willen zijn met maar één taak.

Vele jaren later ging ik werken bij een computerbedrijf. Daar had ik een manager en die zei altijd: "Als je doet wat je deed, dan kreeg je wat je kreeg." De eerste keer dat ik die uitdrukking hoorde, moest ik er even over nadenken. Ik heb het volgens mij wel drie keer gezegd voor ik het begreep. Maar vervolgens heb ik de uitdrukking vaak gebruikt. Niet hardop maar meer voor mezelf. Als ik weer eens voor een keuze stond. Die uitdrukking heeft me geholpen docent te worden. En die uitdrukking helpt me nu weer met schrijven. Het is dus nog steeds een belangrijke zin voor me. Ik geloof ook dat het waar is dat als je wilt veranderen, je zelf moet beginnen.

Een andere uitdrukking die belangrijk voor me is, is een uitdrukking van Loesje. Ik zag hem jaren geleden op een kaart staan. Ik heb die kaart toen meteen gekocht en hem opgehangen in mijn studentenkamer. Daar heeft de tekst een aantal jaar gehangen. Toen ik ging verhuizen naar het huis waar ik nu woon, heb ik de kaart meegenomen. Maar heeft hij geen vaste plek gekregen. Ik dacht dat ik de uitdrukking niet meer nodig had. Tot ik een tijdje geleden niet zo lekker in mijn vel zat. Ik kwam de kaart tegen bij het opruimen. En realiseerde hoe waar en hoe waardevol de uitdrukking toch voor mij is. Op de kaart staat: "Iedereen accepteert me zoals ik ben, nu ik zelf nog"

1 opmerking:

  1. Ja!! Ik herinner me je opa en deze grap! Sjeempie... wat is dat lang geleden, zeg!!

    BeantwoordenVerwijderen