donderdag 17 november 2011

Vind ik leuk

Sinds een paar maanden ben ik echt actief op Facebook. Anderhalf jaar geleden had ik me al aangemeld onder het mom van :" Ik moet toch weten wat mijn leerlingen boeit" en er vervolgens niks meer mee gedaan. Tot ik een paar maanden geleden spontaan het volgende berichtje op mijn prikbord plaatste : Facebook snap ik niet, Twitter lijkt me echt eenvoudiger. En wat ik helemaal niet had verwacht (want ik snapte het hele principe van Facebook (FB)en ook van Twitter toen niet) gebeurde, ik kreeg een aantal reacties. Verbaasd was ik. Verbaasd dat er mensen waren die de tijd namen om mijn berichtje te lezen. En nog verbaasder dat diezelfde mensen ook de tijd namen om op mijn berichtje te reageren. Nogmaals, ik snapte toen het principe van FB nog niet. Een verslaving was geboren. Elke vorm van aandacht  vind ik namelijk geweldig.
Mijn verslaving werd nog erger toen ik een nieuwe telefoon kreeg, een I-phone wanabee, HTC Wildfire, en daarop de App FB installeerde. Razendsnel veranderde ik in een junk. "Nee hoor, ik kan best zonder FB", zei ik tegen vriendlief terwijl ik me opsloot in de wc om te kijken of er al nieuwe reacties waren op mijn laatste status. Ook de kinderen moesten het ontgelden, ik zette ze gerust 3 uur voor My little Pony, zodat ik kon chatten via FB  met vriendinnen, ex-en (altijd leuk) en collega's. En als ze me dan stoorden terwijl ik druk bezig was met het uitdelen van "Vind ik leuk"- jes, gaf ik ze vlug een paar toffees zodat ze me even niks konden vragen.
Hoewel ik ontzettend genoot van alle aandacht op FB werd ik er ook een beetje onrustig van. Ik vroeg me af of ik wel genoeg reacties en "Vind ik leuk"-jes had op mijn berichten. En ook ging ik mijn aantal "Vind ik leuk"-jes vergelijken met het aantal "Vind ik leuk"-jes van anderen. En bij elke gedachte of gebeurtenis vroeg ik me af of ik dat op FB moest zetten. En ik vroeg me continu af of ik dingen leuk vond. Diep in mijn hart wist ik dat ik fout en ook behoorlijk triest bezig was. Maar het lukte me niet om het los te laten.
Dat lukt me eigenlijk nog steeds niet. Al heb ik net wel iets heel belangrijks gedaan. Ik heb een grote hap adem genomen en FB van mijn telefoon afgehaald. Het was eigenlijk zo gebeurd. Nu heb ik hopelijk weer tijd voor mijn kinderen als ze verstoppertje met me willen spelen.
Vind ik leuk.

woensdag 2 november 2011

En nu??

En nu? Ik heb een blog gemaakt. Mijn eerste stukje staat er op. Het is me gelukt de woorden te vangen, ze in een schappelijke volgorde te zetten en een aardig stukje te creëren. Ik was best trots op het resultaat. En nu? Ik zit nu al met een schrijversblok. Want ik had een aardig stukje geschreven maar dit moet beter. Natuurlijk. Ik wil groots en meeslepend schrijven. En als dat me niet lukt, wil ik schrijven over interessante, intelligente en innemende mensen. En als dat niet lukt, wil ik mensen raken, ze laten lachen, ze laten nadenken, ze pijnigen, ze ontroeren en ze bewust maken van gedachten waar ze nog nooit over nagedacht hadden.
Maar even realistisch. Dit is mijn tweede stukje. En tot nu toe heb ik geen volgers.
Lees: Geen volgers.
Dat betekent dat niemand mijn stukjes leest. Niemand leest mijn stukjes! Ik ben een niksje, onbelangrijk, ik ben een ienieminiefragmentje op het gigantische internet. (Opeens bedenk ik me, grappig dat we met het bestaan van internet iets hebben gecreëerd dat te vergelijken is met de ruimte. Weet iemand hoe groot internet is? Hoeveel data het bevat? Kun je dat eigenlijk uitrekenen? Het dijt maar uit, net als het universum. Het zit vol met onbekend en onontdekt leven. Maar goed dat terzijde.) Ik word niet door een groot publiek gelezen? Op twee lieve mensen na, verwacht niemand iets van mij. Waar maak ik me druk om?
Dit blog is mijn podium. Mijn voorstellingen zijn try-outs. Ik probeer wat, ik verzin, ik maak wat en ik schrijf wat. Ik moet mijn vorm nog vinden. Dat komt wel goed. Ik maak maar 1 afspraak met mezelf. Elke week een stukje. Minimaal 1 stukje. En wat mijn vorm wordt. Dat ontdek ik wel. Stukje bij stukje.

donderdag 27 oktober 2011

En ik ben bijna 38...

Een blog moet er komen, een blog met mijn verhaal. Of liever met mijn gedachten. Waarom? Omdat ik bijna elke avond als ik in bed lig, een fictieve brief schrijf aan een bestaande vriendin. Een fictieve brief met ware gevoelens. Gevoelens over dingen die ik meemaak. Maar ook over mijn gevoelens die ik heb bij het vele nieuws uit de krant, van de t.v., uit de radio en via internet. Die brieven verstuur ik natuurlijk nooit, ik schrijf ze niet eens. Want ik voel me vaak te moe, te uitgeblust. En al schrijfdromend val ik slaap...
Dat wil ik veranderen. Het wordt tijd om de woorden proberen te vangen en ze in een goede volgorde te presenteren aan mezelf. Een blog om te oefenen. Elke dag of elke week een stukje schrijven zorgt voor discipline. Een eigenschap die zo belangrijk is voor een schrijver en een eigenschap die ik helaas mis.. Zou deze blog dat kunnen veranderen?
Ik denk vaak dat ik schrijver zou kunnen zijn, of liever dat ik schrijver zou willen zijn. Want als ik schrijver zou zijn dan zou ik iets tastbaars achterlaten. En ik zou rustig achter mijn computertje kunnen werken. (Veel rustiger dan het drukke werk dat ik nu doe, Nederlands en Engels proberen te geven aan lieve, luie en luidruchtige vmbo-ers). Als ik schrijver zou zijn, zou ik leuke mensen ontmoeten. Als ik schrijver zou zijn, zou ik veel geld verdienen. Als ik schrijver zou zijn, zou ik een interessant leven hebben. Zou ik naar het Boekenbal gaan. Zou ik bij DWDD komen.....
Tja, ik ben bijna 38. Ik heb nog geen letter gepubliceerd en ik weet ook heel goed dat schrijvers niet zoveel verdienen. Mijn dromen zijn luchtbellen, korreltjes hoop die mijn leven enige glans geven. Maar ik ben bijna 38. En Maarten van Rossum zei of schreef ooit eens dat hij op z'n 38e de beslissing nam iets van zijn leven te gaan maken. Zo voelt het voor mij ook. Genoeg bellen geblazen. Ik word nu groot. Ik ga schrijven en wat ik word dat merk ik wel.