zondag 12 februari 2012

Mijn bril of eigenlijk toch niet of misschien toch wel?

Toeval?

Vrijdagavond schreef ik al onderstaand stukje bij het onderwerp: mijn bril.
Het was nog niet af dus ik sloeg het op.

Lees maar:

Soms voel ik me door deze opdrachten net Michel de Montaigne. Een Franse filosoof die probeerde zo openhartig mogelijk over zichzelf te schrijven. In zijn Essais beschrijft hij werkelijk alles: zijn scheten, zijn ideeën, zijn stoelgang en zijn maaltijden. Hij wilde namelijk een totaal ander boek schrijven dan ooit was geschreven. En dat is hem gelukt. Nooit eerder was er een boek verschenen waarin de lichamelijke en geestelijke ervaringen van een persoon zo openhartig beschreven waren. Hij leek wel een postmoderne blogger.
Nu wil ik trouwens absoluut niet pretenderen dat ik met deze stukjes ook maar een nanomilimeter in de buurt van het werk van Michel de Montaigne kom. De tijden zijn veranderd en er zijn nu boeken en blogs in overvloed over ieders zieleroerselen.
En ik merk dat ik soms een beetje moe word van de opdrachten. Ze zijn hartstikke leuk. Maar ze gaan alleen maar over mij. En dat wrikt soms. Wie zit hier op te wachten? Zit ik hier zelf op te wachten? Wil ik wel in alle detail van alles over mijn leven opschrijven en het vervolgens op een blog zetten? Ik weet het niet.

Enfin ik was nog niet klaar. Ik wilde nog verder gaan over de Montaigne. En daar op de één of andere manier een verhaal van mijn bril aanbreien. Maar ik was moe en ik stopte.

Wat schetst mijn verbazing als ik zaterdagochtend (dus een nacht later) de Trouw opensla en ik de sectie Letter en Geest doorblader? Op de eerste pagina van het deel Boeken staat er in grote letters:

Hoe te leven: 20 antwoorden.
De ondertitel luidt: Michel de Montaigne's levenskunst en het verschil tussen een blog en een essay.

De schrijfster van dit boek, Sarah Bakewell, noemt Michel de Montaigne een voorloper van het bloggen. En tegelijkertijd schrijft ze dat Montaigne ook laat zien dat er een groot verschil is tussen babbelen over jezelf en je eigen waarnemingen gebruiken om te onderzoeken wat het is om mens te zijn. (Deze laatste zin is een letterlijke kopie uit de tekst die geschreven is door Julie Phillips).

Ok! Ik voel hier een nieuwe opdracht.  Of anders, een nieuwe richting die ik aan de opdrachten van het citatenmuseum kan geven. Ik heb genoeg gebabbeld. Of het me gaat lukken, weet ik nog niet, maar ik kan proberen met de opdrachten van het citatenmuseum te ontdekken wat het is om mens te zijn. Door mezelf waar te nemen. Hoe ik dat ga doen, ik heb geen flauw idee. Ik weet alleen dat ik mezelf ga proberen waar te nemen.

Door mijn eigen bril.

2 opmerkingen: