dinsdag 3 januari 2012

Tabula Rasa

Nieuwe schriftjes vind ik fijn. Als docent kan ik zo genieten van de eerste schoolweek. Alle schriften, mappen met papier en agenda’s van de leerlingen zijn dan nog zo onbeschreven. Ze stralen beloftes, hoop en enthousiasme uit.

Ook als ik zelf een nieuw schriftje heb, kan ik me verheugen op alle verhalen die ik erop zou kunnen schrijven: een interessante en diepgaande beschouwing over pijn en schaamte en dat pijn veroorzaakt door schaamte zelden verdwijnt. Of een boeiend artikel over Zuid-Afrikaanse kinderpoëzie. Een liefdesgeschiedenis tussen twee Iraanse asielzoekers waarvan de een het wel lukt om te slagen in de maatschappij en de ander niet. Of een mooi verhaal over het dagelijks leven van een Egyptische handdoekenjongen in een resort.

Zodra ik de eerste woorden van deze verhalen op papier zet, verandert het witte blad in een draaikolk, het zuigt al mijn gedachten en woorden op. Meestal verandert het witte blad uiteindelijk in een witte prop.

Dus blijf ik maar schrijven over mijn dagelijkse gedachten, gevoelens en ervaringen. Minder diepgaand maar ook minder hoogdrempelig. Ik schud ze als het ware uit mijn mouw. En ik vul er makkelijk schriftjes mee.

Schriftjes vind ik ook fijner dan lege bladen. Schriftjes zijn minder confronterend. Als het geschrevene je tegenstaat sla je ze gewoon dicht, of scheur je het papier eruit. En begin je opnieuw. Een wit vel met een mislukte tekst moet als prop eindigen. Dat voelt zo definitief.

Ik kan altijd vol verwondering kijken naar mijn dochters voor wie een leeg vel wel heerlijk is. Ze pakken het vel, ze pakken kleurtjes of een pen en gaan aan de slag. Zo! Uit het niets ontstaat een regenboog, een tijger of een huis. Met een grote bloem ernaast.

Toch heb ik geen angst voor wit papier. Mijn docent Literatuurwetenschappen heeft me geleerd niet bang te zijn voor een wit vel. Hij deed dat met het volgende prachtige gedicht van Leopold.



Een sneeuw ligt in den morgen vroeg

onder de muur aan, moe en goed

beschut en een arm kind komt toe

en staat en ziet en met zijn voet



gaat het dan schrijven over dit

prachtige vlak en schuifelt licht

bezonnen en loopt door, zijn mond

trilt in het donker klein gezicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten