"Barbara had een rode fiets, rode fiets, rode fiets"
"Barbara had een rode fiets maar aan de bandjes had ze niets!"
Dit liedje zong mijn vader altijd als hij weer de bandjes van mijn rode fietsje oppompte. Het was mijn eerste fiets die ik me kan herinneren. Het was een heerlijke fiets. En een fiets van niets. De kleur was mooi, rood. En de bandjes waren niet zwart maar lichtbruin. Dus ik herkende mijn fiets meteen in het fietsenrek op school. Maar die bandjes waren een probleem. Ze stonden heel vaak plat. Misschien kwam het doordat ik onwaarschijnlijke toeren uitprobeerde op mijn fiets. Zoals heel hard van de dijk afrijden zonder te remmen en dan keihard tegen de poortdeur van de buren aan te rijden. Of doordat ik probeerde heel schuin te rijden zodat mijn bandjes schuurden en schaafden over de straattegels. Ik weet het niet. Maar dat mijn bandjes altijd plat stonden was een feit.
De volgende fiets die ik me kan herinneren was mijn groene fiets. Mijn eerste echte nieuwe fiets. Een fiets waar ik heerlijk op rijden kon omdat hij drie versnellingen had. En ik vond de kleur zo mooi, groen. Het is ook een fiets waar ik niet zo zuinig op was. Op een dag stond mijn groene fiets voor de deur van ons huis. Mijn fiets stond niet op slot. En opeens was mijn fiets weg. Gestolen! En dat in een dorp in de polders. Mijn ouders waren, terecht, boos. Had ik mijn fiets maar op slot moeten doen. Ze hadden me nog zo gewaarschuwd. Gelukkig kwam de fiets weer terecht. Mensen belden ons op, ze hadden hem gevonden in een sloot. Mijn moeder ging met me mee de fiets halen. Mijn groene fiets zag er niet uit. Er hingen slierten algen aan zijn stuur, aan zijn spatbord, aan zijn trappers, aan zijn kettingkast. Het was een wel erg groene fiets geworden. Uren ben ik bezig geweest om mijn fiets weer schoon te maken. Mijn broer vroeg een paar dagen na de grote schoonmaakbeurt of hij mijn fiets mocht lenen. Hij moest naar Alphen. Hij zou mijn fiets op slot zetten. Dat deed hij ook. Toch werd mijn fiets gestolen. En deze keer belde er niemand. Ik kan er nog steeds verdrietig van worden.
Na mijn groene fiets kreeg ik een paarse fiets. Een fiets met een hele stoere fietsbel. Die fietsbel zat namelijk vast aan mijn stuur en kon niet los. Op deze fiets ben ik ontelbaar vaak naar school gereden, elke dag 12 kilometer heen en 12 kilometer terug. Met 6 versnellingen was dat een makkie. En weer vond ik de kleur zo mooi, paars. Met deze fiets reed ik 's nachts naar de plaatselijke kroegen en disco's. Nooit is deze fiets gestolen. Sterker nog hij leeft nog steeds. Hij staat bij mijn ouders in de schuur en komt af en toe nog buiten.
De volgende fietsen ga ik niet meer apart benoemen. Het waren er teveel. Ik woonde in Amsterdam en heb daar wel een aantal fietsen versleten. Het waren altijd tweedehands fietsen, afdankertjes van tantes die een nieuwe fiets hadden gekocht. De kleur was vaak ook niet zo mooi, gewoon grijs, zwart of bruin. Maar ze brachten me wel overal naar toe, ze waren fijn om mee door de stad te laveren en er kon altijd iemand achterop. Het deed me zeer als er weer één ontvreemd bleek. Maar nooit zo zeer als bij mijn groene fiets.
En nu heb ik een bakfiets, zo'n externe baarmoeder als sommige mensen zo'n fiets noemen. Een zwarte fiets, een fiets die mij en mijn meiden overal veilig naar toe brengt. Op deze fiets ben ik al ontelbaar vaak naar de school van mijn dochters gereden, 4 keer heen en 4 keer terug per dag. De kleur vind ik niet mooi maar het is een fijne fiets met wel 7 versnellingen. En een fiets met onverklaarbaar vaak lege banden. Dus elke keer als ik mijn banden oppomp, zing ik in mijzelf:
"Barbara had een zwarte fiets, zwarte fiets, zwarte fiets."
"Barbara had een zwarte fiets maar aan de bandjes had ze niets!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten