dinsdag 24 januari 2012

Moedig of laf - deel 2

Elke dag een schrijfopdracht van het citatenmuseum is ontzettend leuk. Het heeft alleen een nadeel, ik schrijf de stukken niet altijd zoals ik ze zou willen schrijven. Gewoon omdat ik er de tijd niet voor heb mijn stukken zodanig aan te passen dat ze aan mijn (wellicht zeer) kritische maatstaven voldoen. Verder komt het er in een dag niet van om me echt in een onderwerp te verdiepen. En soms kom je dan een stuk tegen zoals je je eigen stuk had willen schrijven.

Een kapitein wordt niet automatisch een held

"Ik weet niet of ik dapper ben. Natuurlijk denk ik graag van mezelf van wel. Als ík kapitein van een overhellend Italiaans cruiseschip was geweest, dan was ik vast niet in een van de eerste reddingsboten gestapt.

Koelbloedig en vastberaden had ik mijn innerlijke Steven Seagal aangeboord, om elke laatste ziel eigenhandig uit het zeewater te vissen, en vervolgens de laatste plek op de laatste reddingsboot af te staan aan een bibberend kindje dat zich uit angst achter een plantenbak had verscholen. Zoiets.

Vrijwel iedereen die ik tegenkom, denkt zo over zichzelf. Dat merk ik bijvoorbeeld op feestjes, wanneer ik vertel over de experimenten van Milgram. Deze wetenschapper slaagde erin om proefpersonen onder druk van een autoriteitsfiguur zo ver te krijgen dat ze dodelijke elektrische schokken toedienden aan een medeproefpersoon. Die bleek gelukkig bij nader inzien een vakkundig acterende handlanger van Milgram zelf, maar dat doet niets af aan de fatale gehoorzaamheid die ongeveer tweederde van de proefpersonen tentoonspreidde.

Op dit punt reageren mijn mede-feestgangers vrijwel zonder uitzondering zo: "Twee derde? Aha! Dus sommige mensen bieden wel weerstand!" In hun hoofd sluiten ze zich aan bij die moedige minderheid. Tot ik vertel over schrijver en psycholoog Lauren Slater die, gefascineerd door de beweegredenen van de ongehoorzame proefpersonen, bij een aantal van hen op bezoek ging. Die bekenden helemaal niet ongewoon dapper te zijn geweest. "Ik was bang voor mijn hart. Ik was bang dat het experiment me zoveel stress bezorgde dat ik een hartaanval zou krijgen", geeft een van de 'helden' toe.

Echte helden zijn zeldzaam. Dat blijkt ook uit onderzoek onder de Amerikaanse elitesoldaten, de Navy Seals. Als voorbereiding op het echt levensbedreigende veldwerk worden ze getest tijdens een training waarbij ze in de wildernis worden gedropt, daarna worden opgejaagd, beschoten, gevangengenomen en gemarteld. De meeste Seals reageren als u en ik: doodsbang, gericht op zelfbehoud, alleen in staat tot vechten, vluchten of bevriezen. Maar een klein groepje gedraagt zich anders. Zij blijven nuchter, optimistisch, zijn besluitvaardig en voortvarend in hun acties. Dat maakt ze dapper: een toestand die ook terug te zien is in hun brein, aldus de betrokken wetenschappers. Een bovengemiddeld hoge dosis van het breinstofje neuropeptide Y beschermt de hersengebieden die nodig zijn om te plannen en redeneren tegen de blinde paniek die doorgaans volgt op enorme stress.

Van tevoren is niet te voorspellen wie in tijden van hoge nood een held zal blijken, en wie een lafaard. Tenzij we voortaan elke solliciterende cruiseschipkapitein eerst laten beschieten en martelen door het Amerikaanse leger, zijn kapitein-in-reddingsbootflaters als op de Costa Concordia dan ook niet te voorkomen. Heldenmoed is immers geen accessoire die je gratis cadeau krijgt bij de functie van cruiseschipkapitein.

Kapiteins zijn net als bijna iedereen: moeilijk te bewegen hun eigen leven te wagen voor een stel wildvreemden. Ze dromen over dappere daden, maar gedragen zich naar het motto 'beter een levende lafaard dan een dode held'. Natuurlijk voelt dat naar, en verkeerd, en helemaal niet zoals in de film. Maar uiteindelijk is het vooral menselijk. "

Door Asha ten Broeke - Trouw, dinsdag 24 januari 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten