Ik schreef een lange brief aan mijn zus
waarin ik probeerde uit te leggen
hoe ik ben.
Maar ik faalde.
Want telkens als ik schreef:
"Zo ben ik"
dacht ik aan die keer
dat ik niet zo was.
En ik dacht: "Zo ben ik dus niet
of toch wel?"
Ik wist het niet meer.
Het valt ook niet mee
om na te denken met
ruis om je heen
en in je hoofd.
Gewoon de alledaagse dingen
of buren die boos bellen in verband met hun brug.
"Waarom komen ze niet langs?",
vraag je jezelf af
terwijl je probeert door te gaan
met waar je mee bezig was
een brief aan je zus.
Maar je faalt,
want hoe je bent
dat weet je niet.
En telkens als je denkt:
"Zo ben ik"
denk je aan die keer
dat je niet zo was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten