Toen ik 16 jaar was
en voor het eerst Hans Andreus las,
wist ik, een dichter wil ik zijn,
maar ik durfde nooit
Later las ik Slauerhoff,
zijn zin
"Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe,
ik wil niet langer wachten, eindelijk weten hoe
je bent; de bloemen zullen je verraden"
vond ik de mooiste regel ooit
maar ik durfde nooit
Ik leerde Nijhof kennen,
las Het uur U
en het diepbetoverende
lied der dwaze bijen
maar ik durfde nooit
"Korreltjie sand" van Ingrid Jonker,
ontdekte ik
en totaal geinspireerd
las ik zelfs haar biografie
maar ik durfde nooit
Totaal witte kamer
van Kouwenaar
kwam en getroffen
door zoveel talent
durfde ik nooit
Dichten is een ambacht,
woorden kun je niet,
roekeloos achter elkaar zetten
dat durfde ik nooit
Tot ik vanavond DWDD zag
en opeens doorkreeg
dat je om dichter te zijn
niet hoeft te dichten
Je noemt jezelf dichter.
Je pakt wat woorden.
Je zet ze achter elkaar.
Je noemt het een gedicht.
En klaar....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten