zaterdag 28 april 2012

Niet zo attent..

Pas las ik in de Margriet een interview met een actrice die zichzelf niet zo attent vindt. Ze zei dat ze elk jaar een lange brief kreeg van haar vroegere oppas maar dat ze nooit op die brieven reageerde. Ze dacht wel heel veel aan haar tante. Ik maakte uit die woorden op dat ze wel wilde schrijven maar er niet aan toe kwam. En dat herken ik.

In mijn gedachten ben ik heel attent. Ik hoor dat iemand ziek is. "Oh, die ga ik even een kaartje sturen", denk ik dan. Maar daar blijft het bij. Soms ga ik iets verder dan koop ik zelfs het kaartje om iemand te feliciteren met geboorte kind, diploma, verjaardag, rijbewijs of iets anders. En dan blijft het daar bij weer bij. Af en toe schrijf ik het kaartje zelfs om iemand geluk te wensen met de nieuwe baan, trouwdag, eigen bedrijfje of verre reis. En daar blijft het dus weer bij. En soms, heel soms, verstuur ik het kaartje ook echt.

Excuses zijn er legio. De tekst moet goed zijn. Eigenlijk perfect. Dus dat is de eerste drempel. En dan heb ik geen tijd of ik maak geen tijd. En als ik tijd heb, ben ik te moe. Of ik kan me niet concentreren omdat er een meisje van 20 maanden naast me staat springen. Tijd is de tweede drempel. Daarna komt geen zin. Ik ben moe en ik heb geen zin. Of ik heb geen puf. Een slechte drempel die derde drempel. De vierde drempel is chaos. Het is vaak een zooitje bij mij. Zowel in mijn huis als in mijn hoofd. Dus als ik dat kaartje eindelijk geschreven heb, raak ik het weer kwijt. Het verdwijnt in een zee van andere 'belangrijke' papieren of in de donkere krochten van mijn onrustige geest.

Maar echt vergeten doe ik het nooit. Zodra ik de persoon weer tegenkom die ik eigenlijk een kaartje had willen sturen, denk ik er weer aan. "Jij bent die vrouw die ik een geboortekaartje had moeten sturen..", popt er in mij op als ik de moeder zie van een klasgenootje van mijn oudste dochter die wel zo attent was om mij een kaartje te sturen toen ik mijn tweede dochter kreeg. Ja, lees die zin nog maar eens. En dat denk ik dus elke keer als ik die vrouw zie. En dat is nog maar één voorbeeld.

En dan ben ik toch heel blij als ik lees dat ik niet de enige ben. In mijn gedachten ben ik heel attent.
En daar blijft het bij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten