dinsdag 31 januari 2012

Boekenschrijver

Mijn dochters hebben een vriendenboekje. Er staan allerlei vragen in, zoals: "Wat is je lievelingseten?", "Wat is je lievelingsmuziek?" en "Wat wil je later worden?". Vriendinnetjes vullen bij die laatste vraag prinses in of elfje of Dora of groot en af en toe moeder. Vriendjes willen natuurlijk brandweerman, piloot, Diego, Bob de Bouwer of olifant worden.
"En jij, mama, wat wil jij worden?", vroegen ze me toen ik bezig was met het invullen van hun boekjes. Dat wilde ik trouwens niet die boekjes invullen, eigenlijk vind ik niet dat ouders dat moeten doen. Maar als ze je het drie weken lang, drie keer per dag smekend vragen, zeg je geen nee. Ik vond het maar lastig die vraag "Wat wil je later worden?". Ik kon het quasi grappig invullen met "oma" maar dat wilde ik mijn kinderen niet aandoen. Afschuwelijk om die druk al vanaf je zesde levensjaar te voelen en te dragen. "Rijk", vond ik zo materialistisch en "ik ben al groot dus ik ben al wat ik wil worden", vond ik weer zo serieus.
"Nou mama, weet je het al?", vroeg mijn oudste dochter op strenge toon waarmee ze me meteen uit mijn dagdroom haalde.
"Eigenlijk wil ik schrijver worden," zei ik.
"Schrijver? Waarom?"
"Dat lijkt me leuk," antwoordde ik, "dan kan ik allemaal verhalen verzinnen."
"Maar wat wil je dan schrijven?", vroeg dochter twee "waar komt het in?"
"Boeken," zei ik, "ik wil boeken schrijven."
"Oh, dus je wilt boekenschrijver worden," vatten ze beiden samen."
"Ja, boekenschrijver, ik denk dat ik dat maar invul."
"Mooi," zei oudste dochter zichtbaar opgelucht.
"Ga je dan nu verder? Ik wil het boekje namelijk morgen aan oma geven en dan moet ie wel klaar zijn."
"Ok," mompelde ik, terwijl ik de volgende vraag las, "Wat is je grootste wens?".
Zucht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten