In mijn jeugd heb ik de uitdrukking "Count your blessings" wel eens gehoord. Waarschijnlijk van mijn vader, hij is nog steeds dol op Engelstalige en Amerikaanse uitdrukkingen. Ik heb het altijd een mooie uitdrukking gevonden. Wees dankbaar voor wat je hebt. Dankbaarheid. Een mooi woord.
Maar toen ik ging studeren verdween de uitdrukking naar de achtergrond. Als twintigjarig ben je toch vooral bezig met jezelf en met wat je kunt bereiken. Stil staan bij je zegeningen doe je dan niet. Die neem je voor lief. Je wilt eigenlijk alleen maar meer. Een interessantere baan. Een mooier huis. Een goed salaris. Leuke vakanties. Nog meer geld.
En als dertigjarige is dat nog steeds lastig. Ook al krijg je kinderen en ben je dankbaar dat ze gezond zijn. Je neemt het toch nog vaak voor lief. En vaak ben je druk met allerlei andere zaken, partijtjes die georganiseerd moeten worden, of ze wel genoeg vriendjes en vriendinnetjes hebben, of ze wel gezond genoeg eten. En dan ben je als moderne dertiger ook nog met jezelf bezig. Leef je wel genoeg in het nu? Doe je genoeg leuke dingen met vriendinnen? Is je baan nog steeds uitdagend? Ziet je lijf er wel goed genoeg uit? Besteed je genoeg aandacht aan je ouders? Heb je nog wel echt contact met je lief? Spreek je je beste vriendinnen wel vaak genoeg?
En zo sneeuwen je zegeningen langzaam onder de dagelijkse beslommeringen en zorgen. Tot dat je opeens hoort dat een goede kennis van je ernstig ziek is. Je broer vertelt dat hij gaat scheiden. Een goede vriendin wordt ontslagen.
Vreemd dat er vaak tegenslag van een ander nodig is om je te realiseren dat je zoveel zegeningen hebt. Daarom vind ik danken ook zo'n mooi begrip. Na het eten danken. Niet omdat je gelovig bent maar om stil te staan dat je eten op je bord hebt. Elke dag weer. Want als je stil staat bij je dagelijkse zegening van eten op tafel lukt het misschien ook om je meer bewust te worden van je andere zegeningen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten