"Mama, kom je kijken tot ik slaap?". Een jaar geleden stelde mijn oudste dochter standaard deze vraag als ik haar naar bed bracht. Ze vroeg het altijd aan het eind van het bedritueel. Ik antwoordde altijd met een grapje "Hangen appels aan een boom?" of "Poepen beren in het bos?", zodat ze wist dat het antwoord ja was. Ze wilde dat ik telkens even kwam kijken tot ze in slaap gevallen was. Ik hoefde zelden nog een keer kijken omdat ze na het stellen van die vraag bijna altijd direct in slaap viel.
Een ander onderdeel van het bedritueel was het wegjagen van wolven en krokodillen. Met een oude mascaraborstel joeg ik de enge beesten weg onder haar bed, uit haar kast, onder haar dekens vandaan en uit de donkere hoekjes van de kamer. Ik blies er altijd bezwerend bij. Of ze nu echt geloofde dat die oude mascararoller een wolven- en krokodillenverjaagapparaat was, betwijfel ik, maar ze werd er in elk geval rustig door. En het was leuk om samen op jacht te gaan.
Door al die activiteiten nam het bedritueel zo 20 tot 30 minuten in beslag. En als ik weer eens flink na achten beneden kwam en lief vroeg: "Waarom duurde het zo lang?", hoefde ik alleen maar "krokodillen" te zeggen en hij knikte begrijpend.
Deze week besefte ik opeens dat ik al in geen maanden krokodillen of wolven had verjaagd. De oude mascararoller lag verstoft in het laatje van mijn nachtkastje. En ik bedacht me ook dat ik me niet meer kon herinneren wanneer dochterlief voor het laatst had gevraagd of ik kwam kijken tot ze sliep. Ik werd er somber van en ook een beetje verdrietig. Ik wist dat groeien pijn deed, maar zo'n pijn had niemand me verteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten